28 november 2025

Erasmix

Mediaplatform voor studenten

Studente Bo Van Overstijns publiceert zelfs in het Japans

Bo Van Overstijns is eerstejaarsstudent Journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel, maar ze is ook al heel actief. Zo haalde ze met haar foto’s en reportage over Dendermonde de cover van Aoitori, het tijdschrift voor de Japanse gemeenschap in ons land.
Tekst en foto Guy Delforge

“De meeste Japanners in ons land wonen in Oudergem”, zegt Van Overstijns. In een straal van pakweg driehonderd meter wonen en werken ze, gaan ze naar de Japanse winkel, gaan de kinderen naar school. Het magazine verschijnt elke maand op papier en digitaal”

Aoitori betekent Blauwe vogel”, zegt Bo. “Het is een eerbetoon aan L’Oiseau bleu van Maurice Maeterlinck, de Franstalige schrijver uit Gent. Het verhaal is ook in Japan erg bekend en geliefd. Hetzelfde geldt overigens voor het verhaal van Nello en Patrasche, een Belgisch verhaal over een jongetje en een hondje. Die kregen een standbeeld aan de kathedraal in Antwerpen en daarvoor komen veel Japanse bezoekers speciaal naar ons land. En voor de chocolade natuurkijk.”

Passie voor Japan
Maar hoe belandt het werk van een jonge student journalistiek in een magazine voor de Japanse gemeenschap? Waar komt die passie voor Japan vandaan? “Toen ik klein was ik al dol op Shoujo Manga, boeken over vrouwelijke superhelden”, zegt Van Overstijns. “De protagonisten in die Manga zijn in het echte leven meestal heel verlegen. In westerse media komt dat genre weinig aan bod, dus werd ik aangetrokken door Japanse media en die fascinatie is gebleven.”

De uitgever van Aoitori was op zoek naar jonge mensen die voor het magazine willen schrijven en kwam zo ook bij Van Overstijns terecht. “Mijn eerste grote bijdrage gaat over Dendermonde en is eigenlijk een beetje satire”, zegt ze. “We wonen ondertussen al tien jaar in Dendermonde en ik begrijp niet hoe de Dendermondenaars zo een passie voor de stad kunnen hebben. In het stuk heb ik het er ook over hoe vuil de stad eigenlijk is.”

Ros Beiaard
En dan is er nog het Ros Beiaard met de vier heemskinderen. Echte Dendermondenaars zijn helemaal in de ban dat paard. “De stoet trekt maar om de tien jaar door de stad, dus ik begrijp dat het eerder uniek is. Ik ben gaan kijken naar de Ros Beiaardstoet en zag mensen huilen en flauwvallen, dat is voor mij toch al moeilijker te begrijpen. Ik vind het mooi dat het hele gebeuren rond Ros Beiaard mensen samenbrengt. In de buurt waar ik woon, wonen bijna allemaal échte Dendermondenaars. Het hangt en staat daar vol met affiches en beeldjes van Ros Beiaard, in aanloop van de stoet hangt alles vol slingers. Het Ros brengt mensen samen.”

Van Overstijns haalt in haar satirisch getinte stuk Dendermonde dan wel door de mangel, ze kan toch niet verstoppen dat ze ook van de stad houdt. Dat blijkt onder meer uit deze passage: “Dendermonde Laten we eerlijk zijn: Dendermonde is saai. Heerlijk, schaamteloos saai. Geen skyline die viraal gaat, geen sterrenrestaurant dat je omver blaast, geen ondergrondse scene die je ouders zou choqueren. Het spannendste dat hier gebeurt is wanneer iemand vergeet zijn Colruyt-karretje terug te brengen. Maar net daarom hou ik ervan. Dendermonde doet zich niet anders voor. Het ís gewoon—koppig, onopvallend. De magie zit in het alledaagse: het ritme van de beiaardklokken tijdens je wandeling naar huis, het laatste stukje Passendale dat de kaasboer voor je apart houdt, het feit dat de kassier van de C&A je bij je volledige naam kent én die van je familie inclusief hun zonden.”

Schrijven, fotograferen en speechen
Ondertussen spreekt Bo Van Overstijns ook al een mondje Japans. “Ik volgde een cursus aan de Japanese University of foreign studies”, zegt ze. “Daar leerde ik de basis en ik lees natuurlijk nog altijd Manga.”
Ondertussen publiceerde Van Overstijns ook al werk op de site van Stamp Media, dat vind je hier.
Tijdens Difference Day was ze een van de studenten Journalistiek van de Erasmushogeschool die op het podium klom tijdens de speakers corner.