28 november 2025

Erasmix

Mediaplatform voor studenten

Wonen op de wachtlijst  

Terwijl meer dan vijftigduizend Brusselaars op de wachtlijst staan voor een sociale woning, stijgt de druk op kwetsbare gezinnen. Alleenstaande moeder Soumisha Azzi (55) wacht al 11 jaar op een sociale woning. “In de winter halen we net 13 graden binnen met twee kleine kacheltjes, en in de zomer is het niet uit te houden.” 

Brusselaars die wachten op een sociale woning kunnen huren via sociale verhuurkantoren, of SVK’s. Deze kantoren huren zelf panden op de privé-markt, die ze nadien goedkoper verhuren aan mensen in nood. Dankzij de SVK’s kunnen mensen in afwachting van een sociale woning tijdelijk betaalbaarder wonen. “Toch zijn het geen sociale woningen, want de huur blijft hoger dan bij sociale huisvesting”, zegt Emma Dumon, woonbegeleider bij het CAW Brussel. 

Andere mensen die op de wachtlijst staan, kunnen terecht in een transitwoning. Dit is een oplossing voor mensen die te maken krijgen met crisissituaties, zoals een woningbrand, huiselijk geweld of wanneer hun huidige woning onbewoonbaar is verklaard. Maar de transitwoningen geraken steeds voller. “Mensen blijven er soms jaren zitten, terwijl dit eigenlijk bedoeld is voor korte opvang van zes maanden tot een jaar”, zegt Dumon. “Dit blokkeert de doorstroom voor mensen in echte nood.” 

Als een bewoner langdurig verblijft in een transitwoning wordt het transitiecontract omgezet in een vast contract. Dit gebeurt steeds vaker en vaker, waardoor minder mensen die zich in een crisissituatie bevinden geholpen kunnen worden. “Zo hebben we eigenlijk geen echte crisisopvang meer”, legt Dumon uit. “Het enige alternatief is dan een onthaalhuis, maar dat is geen woning. Zeker voor een gezin is dat geen goede oplossing.” 

Elf jaar wachten 
Soumisha Azzi woont samen met haar dochter in Schaarbeek. Ze is 55 en staat al elf jaar op de wachtlijst voor een sociale woning. In 2014 verloor haar moeder de strijd tegen kanker. “Ik vond haar op de vloer van mijn kamer toen ik thuiskwam. Dat beeld zal me altijd blijven achtervolgen. Sindsdien wil ik hier weg.” 

(Soumisha Azzi)

Sinds ze haar job verloor door rugproblemen krijgt Azzi een uitkering van het OCMW. Met deze uitkering is huur betalen een hele beproeving, toch is verhuizen geen optie. “Ik betaal 650 euro per maand voor een appartement zonder isolatie. Mijn omgeving zegt dat dat bedrag redelijk is, maar ik ben alleenstaande moeder en werk niet. Het is allesbehalve draaglijk.” 

Haar aanvraag voor een sociale woning loopt al sinds ze haar moeder verloor. Twee keer deed ze een aanvraag, toch kwam er geen vooruitgang. De eerste keer werd haar aanvraag afgewezen. Dankzij de tweede aanvraag staat ze nu op de wachtlijst. Veel hoop op verandering heeft ze echter niet. “Ik weet dat er tienduizenden op de lijst staan, het voelt alsof ik onzichtbaar ben. Mijn leven zou draaglijker zijn mocht ik een sociale woning hebben, maar ik wacht al sinds 2014.” 

De gevolgen van het wachten 
Voor veel mensen betekent het jarenlang wachten dat ze in onveilige of ongezonde situaties blijven wonen. “Vochtproblemen, schimmel, geen verwarming en slechte isolatie zijn problemen die vaker voorkomen dan je denkt”, stelt Dumon vast, “en dan heb ik het nog niet over de mentale belasting.” Azzi bevestigt dat de mentale last hoog ligt, “Ik voel me opgesloten. Je weet dat er woningen zijn die beter en goedkoper zijn, maar je komt er gewoon niet aan.” 

Ook de kinderen van deze gezinnen dragen de gevolgen: geen ruimte om huiswerk te maken, geen rust en geen privacy. “Als je opgroeit in stress en onzekerheid, neem je dat heel je leven mee”, zegt Dumon. 

Huurtoelagen 
Wie wacht op een sociale woning kan onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op het OCMW. “Er kan hulp komen in de vorm van een huurtoelage” legt Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd met Huisvesting en Gelijke kansen uit. “Dit geldt enkel als je inkomen laag genoeg is, wanneer een derde van je inkomen niet voldoende is om de huur te betalen.” 

De huurtoelage van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een tijdelijke oplossing en varieert tussen 100 en 250 euro per maand, afhankelijk van het aantal kinderen en het gezinsinkomen. Ze geldt enkel als je op de wachtlijst staat, een privéwoning huurt, geen eigen woning bezit en een beperkt inkomen hebt. “Het is vaak niet voldoende”, geeft Ben Hamou toe. “De privémarkt blijft onbetaalbaar.” 

Structureel tekort 
Volgens cijfers uit 2024 van BISA, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse, staan er 53.801 Brusselse gezinnen op de wachtlijst, terwijl er maar 41.000 sociale woningen zijn. Ben Hamou erkent het tekort van 10.000 woningen. “We bouwen gewoon niet snel genoeg bij. Daarbovenop moet van de bestaande woningen een groot deel dringend gerenoveerd worden.” 

In sommige buurten wordt nieuwe sociale huisvesting actief tegengehouden. Het project Papenvest, in hartje Brussel, zou honderden sociale woningen voorzien. “Eén buurtbewoonster maakte bezwaar en dat heeft het hele project maanden, zelfs jaren, geblokkeerd”, zegt Ben Hamou. “Dat is schrijnend. We hebben de terreinen en het budget, maar niet de medewerking.” 

Volgens Dumon is de enige structurele oplossing meer bouwen. “We moeten niet alleen renoveren wat we hebben, maar ook nieuwe projecten opstarten waar dat kan. De ruimte is er nog, maar het heeft politieke moed en maatschappelijke solidariteit nodig.” 

Daarnaast moet de samenleving volgens Ben Hamou ook erkennen wie het hardst getroffen wordt. “Gepensioneerden, alleenstaande ouders en mensen met een beperking zijn het vaakst slachtoffer van de lange wachtlijsten.”