
De wachtlijsten voor jongeren met psychische problemen in Brussel lopen op tot een jaar, Nederlandstalige hulpverleners zijn schaars en vaak komt er pas hulp wanneer er een leven van afhangt. Kate Adjai (25), een Brusselse ‘influencer’ met meer dan 40.000 volgers, deelt voor het eerst haar verhaal over hoe moeilijk het is om psychische hulp te vinden.
In een populair Brussels koffiebarretje zit Kate schijnbaar relaxed aan een tafeltje, met een glimlach die niet meteen doet vermoeden wat erachter schuilt. “Nu gaat het wel oké met me”, zegt ze schouderophalend. “Zeker nu mijn medicatie begint te werken.”
Niet ziek genoeg
Kate woont al acht jaar in Brussel en kampt van jongs af aan met psychische problemen. Haar eerste bezoek aan een psycholoog was toen ze zeven jaar oud was. Ondertussen neemt ze al meer dan tien jaar antidepressiva en heeft ze bij verschillende instellingen in Brussel én Vlaanderen hulp gezocht.
Op haar 17de nam Kate een overdosis. “Mijn moeder zei toen dat ze mijn mama niet meer wou zijn. Plots stond ik er alleen voor.” Kate is toen in Brussel bij het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijn) terecht gekomen. Ze hielpen haar en boden toegang tot psychologen en maatschappelijk werkers.
Kate werd al vijf keer opgenomen in een psychiatrische instelling, waarvan één keer in Brussel. Na een zelfmoordpoging duurde het een maand voor Kate crisishulp kreeg. “Mijn vrienden moesten vier weken op suicide watch staan. Ze waren elke dag bij mij om toezicht te houden.” Na een maand wachten, kon Kate in opname gaan. Na amper één week werd ze naar huis gestuurd. “Ze zeiden dat ik niet suïcidaal genoeg was om langer te blijven. Maar ik had de hulp écht nodig.”
De taalbarrière
UZ Brussel staat bekend als de meest Nederlandstalige zorginstelling in Brussel. “Toch kon ik er alleen in het Frans terecht”, vertelt Kate. Ze gaat nu naar een Franstalige psychiater voor medicatie, maar ze voelt zich nauwelijks geholpen. “Het is heel moeilijk om hem uit te leggen hoe ik me voel. Over zulke dingen wil je in je moedertaal kunnen praten.”
Het verhaal van Kate staat niet op zichzelf. Volgens Bru-Stars, het Brusselse netwerk voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren, is het tekort aan Nederlandstalige psychiaters schrijnend. “We zien een kloof tussen vraag en aanbod”, zegt Roman Trenson, psycholoog bij Bru-Stars. “De Nederlandstalige wachtlijsten zijn vaak langer dan de Franstalige. Zeker voor opnames.” Volgens hem ligt de wachttijd voor opnames in Brussel momenteel tussen de zes maanden en een jaar.
Bru-Stars richt zich op kinderen en jongeren en biedt hulp aan op verschillende manieren: via gratis consultaties, crisishulp binnen 72 uur en mobiele teams. Die mobiele teams bestaan uit psychologen, psychiaters en andere hulpverleners die jongeren aan huis begeleiden in hun eigen vertrouwde omgeving. Zo proberen ze crisissen op te vangen en opnames te vermijden. Maar zelfs met dat flexibele model kan het netwerk het personeelstekort en de beperkte middelen niet compenseren. “De regering schuift met de bestaande middelen in plaats van echt te investeren”, klinkt het bij Bru-Stars.
De taalproblematiek is daarbij een extra drempel. “We werken met tolken, maar ook daaraan is er een tekort”, luidt het bij Bru-Stars. “Als we psychiaters verplichten om tweetalig te zijn, is het probleem niet opgelost”
De wachttijd weegt
Kates meest recente crisisopname vond plaats in het Brusselse Sint-Janskliniek. Ze verbleef er twee weken, waarna ze werd doorverwezen naar een psychiatrisch centrum in Vlaanderen voor een langdurige opname. Die opname lijkt haar laatste hoop te zijn. “Ik hoop dat het mij gaat redden, anders weet ik niet hoe ik het verder moet doen”, zegt ze. Het intakegesprek dat gepland stond op 13 mei werd uitgesteld naar 19 juni omdat haar arts ziek was. “En dat is nog maar het intakegesprek. Daarna wordt er pas beslist of ik op de wachtlijst gezet word.” Als de opname doorgaat, zal die zes maanden tot een jaar duren. Het zal Kates eerste lange opname zijn.
De lange wachttijd frustreert haar, maar verrast haar niet. “In Brussel voel je je geen prioriteit als je suïcidaal bent. Er liggen hier mensen met een overdosis op de stoep.”
Ze belandde al meermaals op de spoedafdeling, maar ook daar voelde ze zich niet serieus genomen. “Voor mij is het makkelijker om hulp te zoeken in Vlaanderen.”
Uit een studie van het UZ Brussel uit 2020 bleek dat de gemiddelde wachttijd voor een intake in de jeugdpsychiatrie zeventien weken bedroeg. Slechts de helft van de aangemelde patiënten stroomde uiteindelijk door naar verdere behandeling. De kans op ‘uitval’ is bovendien groter bij jongeren die al in psychologische zorg zijn.
De situatie is nog nijpender voor Nederlandstalige jongeren. Volgens Bru-Stars is de Brusselse hulpverlening in twee aparte circuits georganiseerd: een Nederlandstalig en een Franstalig. “Die werken nauwelijks samen, hebben andere systemen en zelfs een andere werkethiek”, zegt Roman. De Nederlandstalige wachtrijen zijn langer.

Tijdens het wachten
Wat jongeren zoals Kate volgens Bru-Stars echt kan helpen, zijn meer mobiele teams die hulp bieden aan huis. Door jongeren in hun eigen omgeving te begeleiden, worden ziekenhuisopnames vermeden. Maar bovenal is er volgens Bru-Stars meer structurele financiering nodig om extra hulpverleners aan te werven en de ‘depressie-epidemie’ aan te pakken.
Bru-Stars probeert zich te ontfermen over jongeren die op de wachtlijst staan. Zo bieden ze hulp door eerstelijnspsychologen aan, maar dat is volgens het netwerk lang niet de meest efficiënte oplossing. “Je bouwt een band op met een therapeut en plots moet je alles opnieuw opbouwen bij een andere hulpverlener als je eindelijk in opname mag”.
Na jarenlang zoeken voelt Kate zich nog steeds niet geholpen. Tot haar opname start, moet ze zichzelf blijven rechthouden. Gelukkig heeft ze de juiste medicatie gevonden om haar daarmee te helpen. Sinds haar laatste crisisopname krijgt ze een combinatie van antidepressiva en angstremmers. “Ik ben niet meer zo suïcidaal, ik heb geen paniekaanvallen meer. Alles blijft zwaar, maar ik kan het aan.”
Kate houdt zich intussen vast aan haar sociale media. Ze deelt haar verhaal op TikTok voor duizenden volgers. “Niet voor hen, maar voor mezelf. Het is mijn dagboek.” Toch krijgt ze vaak berichten van mensen die zich in haar verhaal herkennen.
Over een maand weet ze misschien meer. Dan krijgt ze eindelijk haar intake en hopelijk ook een plek op de wachtlijst. “Ik wil beter worden. Maar ik weet niet of ik het red, als ik nog lang moet wachten”, zegt Kate. Alsof het allemaal niet zoveel voorstelt.
Heb jij of iemand die je kent dringende psychische hulp nodig? Contacteer de zelfmoordlijn op 1813. Zit je met donkere gedachten of heb je nood aan een babbel? Je kan terecht bij Awel op het nummer 102
Meer verhalen
Een Verzwegen Leven: “Lukaku is niet de enige Congolese held”
Layla El-Dekmak: “Ik ben niet neutraal als het gaat over onrecht”
Uitgestelde koffie blijft uitgesteld in Brussel