28 november 2025

Erasmix

Mediaplatform voor studenten

Peter Mertens:“Onrecht bestrijden heb ik van thuis uit meegekregen”

© Lara Al Sawlha

“ik ben niet voor de maatschappij zoals hij vandaag werkt”


Peter Mertens (55) opende de vergadering van de Kamer en hield een betoog voor een staakt-het-vuren in Gaza. Elke partij heeft zijn voorstel afgewezen. Toch verliest Mertens de hoop nooit. Na zijn pleidooi werd ik begeleid naar het hartje van de PVDA-vleugel achter de schermen. Met een Colgate-smile ontving hij mij en al lachend gingen we zitten.
Tekst en foto Lara Al Sawlha

U bent al van jongs af aan bezig met activisme en politiek. Heeft u dat van thuis uit meegekregen?
“Onrecht bestrijden heb ik van thuis uit meegekregen. Mijn moeder is tot haar twaalfde naar school geweest en mijn vader tot zijn zestien. Ik kom uit een ongelooflijk grote familie. Ik was de eerste van die hele bende die mocht gaan studeren.  Als ik mijn grootmoeder bezocht op de boerderij, zei ze: “Vergeet nooit van waar je komt, manneke.” Ik kom niet uit een typisch intellectueel gezin. Ik heb studeren altijd als een voorrecht gezien.”

Hoe is de relatie met uw ouders?

“Ik heb een goede relatie met mijn ouders. Ik heb even moeten knokken met mijn vader over mijn betrokkenheid bij de PVDA; hij vond het te links. Ik had een staking georganiseerd in Gent, en mijn vader vond dat niet zo leuk. Nadien is het wel goed gekomen. Ik heb toen mijn eerste boek geschreven, en mijn vader was heel blij.  Niet lang daarna is hij aan kanker overleden. Het is jammer dat hij, net op het moment dat het weer goed ging, overleed. Mijn moeder geeft me ongelooflijk veel steun. Ze is 87 en elke woensdag ga ik naar haar toe, wat er ook gebeurt.”

Wie is altijd uw grote voorbeeld geweest en is dat veranderd?
“De grote mensen die ‘nee’ durven zeggen tegen heel het systeem, dat vind ik inspirerend. Als je in iets gelooft en dat krachtig uitdraagt. Ik heb het dan over mensen zoals Ahed Tamini (Palestijnse activiste). Als je als tiener een heel Israëlisch leger een slag over de oren geeft, dan denk ik: “What the fuck, man.” Ik praat niet alleen over bekende mensen. Vorige maand in de tram in Antwerpen riep iemand ‘makkak’, en een mevrouw van 70 jaar die ik niet kende, zei: “Meneer, kunt u dat alsjeblieft niet zeggen, want dat is heel racistisch.” Dat was zelfs confronterend voor mij, want die mevrouw was me voor.”

Wat is een herinnering die uw jeugd vrijwel omvat?
“Ik heb eigenlijk een heel gelukkige jeugd gehad. Mijn verlangen is dat elk kind zo’n warm thuis zou moeten hebben. Ik herinner me heel goed hoe mijn moeder voortdurend tegen mij zei: “Jij kunt dat, ik geloof in jou.” Dat is zo belangrijk om te horen als je kind bent. Ik heb dat geluk gehad in mijn jeugd.”

Als u terug kon gaan in de tijd en een gesprek kon voeren met uw jongere zelf, welk advies zou u dan geven?
“Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik denk dat je leert van tegen een muur op te lopen.  Als partij waren we te radicaal. We waren op onszelf gericht. We hebben keihard de verkiezingen verloren, maar dat was eigenlijk wel nodig. Soms is het nodig om te falen. Bij chemie is dat ook zo.  Je probeert dingen, sommige werken en sommige ontploffen, zorg er gewoon voor dat je je handen niet verliest.”

Als u een boodschap zou kunnen sturen naar alle jonge mensen die overwegen de politiek in te gaan, wat zou die boodschap zijn?
“Twee dingen: het belangrijkste is dat mensen zichzelf moeten blijven. Het tweede is dat je je ogen nooit moet sluiten voor onrecht, waar en wanneer het ook gebeurt. Dat is voor mij politiek. Als je de politiek ingaat om carrière te maken en voor het geld, blijf er dan weg. Het is een engagement, het moet uit je ziel komen, niet alleen uit je verstand. Als je op die manier de politiek betreedt, is het goed. Verloochen niet wie je bent.  Ze zullen proberen je iemand anders te maken dan wie je bent. Blijf jezelf. ‘Authentiek’ vind ik een heel mooi begrip.  Als je ratelt zoals ik, blijf dan ratelen zoals ik. Mensen voelen wanneer je authentiek bent en wanneer je een toneeltje speelt.”

Zijn er verborgen talenten of passies die u hebt en waar mensen misschien niet van op de hoogte zijn?
“Ik speel muziek en ben dat ook altijd blijven doen. Ik speel de toetsen in een rockband ‘Sugar Kane’ en we treden zaterdag op in de Kempen. Ik houd dat eigenlijk heel gescheiden van mijn publieke figuur. Elke woensdagavond repeteren we twee uur. Dat is gewoon drugs. Ik kan heel gestrest zijn, maar zodra de repetitie begint, is het ongelofelijk. Ik ben twee uur gewoon weg van de wereld, samen met mijn vrienden iets aan het creëren. De groep vind ik zo’n metafoor voor de samenleving, dat is natuurlijk de schrijver in mij. Je leert hoe je ruimte moet maken voor een ander.  Als iedereen constant zou soleren, zou het verschrikkelijk zijn. Toen ik zestien was, zijn we de band gestart. Ik was tien jaar gestopt toen ik begon met mijn politiek engagement. Toen stonden ze aan mijn deur en zeiden ze: ‘Is het nu genoeg geweest? Kom maar eens terug spelen en doe eens normaal’.”

Zijn jullie ook van plan iets uit te brengen?
“Voorlopig niet. Ze zijn van mijn leeftijd, dus dat gaat er waarschijnlijk ook niet van komen. Dat is een voordeel voor mij dan. Ze zijn erg perfectionistisch. We treden maar één keer per jaar op. Voor mij is dat ideaal. Als we elke week zouden optreden, zou ik het niet volhouden. Ze zijn wel in 1996 finalisten geworden van Humo’s Rock Rally. Ze zijn allemaal echt heel verlegen, wat eigenlijk slecht is voor een rockband. Mijn grootste vrees voor zaterdag is dat ze daar heel bescheiden en stil gaan spelen. Het zijn schatten van mensen en betere muzikanten dan ik, maar ze zijn veel te bescheiden. (lacht) World’s first shy-rockband.” 

Heeft u ooit een moment gehad waarop u twijfelde aan uw politieke roeping? Wat heeft u geholpen om door te zetten? 
“Toen ik voorzitter was moest ik doorbreken. Dat is moeilijk. Het gedachtegoed, zeker in Vlaanderen, is zo vastgeroest en rechts, en je moet er maar tegenin beuken. Af en toe denk je dan: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Maar zodra je met mensen spreekt die lijden onder onrecht, krijg je motivatie. Ik zou zeer ongelukkig zijn als ik mijn mond moet houden. Ik zou niet meer in de spiegel kunnen kijken. Dat is mijn drijfveer. Dat betekent niet dat je op sommige momenten niet overweldigd kunt zijn.”

Wat is uw visie op de toekomst, zowel persoonlijk als voor de wereld om u heen?
“Ik vind het heel belangrijk dat er nieuwe generaties zijn die ons werk verderzetten. Voor de wereld ben ik voor socialisme, ik ben niet voor kapitalisme. Ik ben niet voor de maatschappij zoals die vandaag werkt qua ecologie, voedsel, oorlog, uitbuiting, grondstoffen… Ik eis onszelf ook het recht toe om een wereld te willen winnen die rechtvaardig is, die ecologisch is, die democratisch is en die sociaal is. Ik verzet me met alle vezels in mijn lijf tegen mensen die zeggen: “Dat is utopisch, dat lukt nooit.” De echte utopie is een dystopie, denken dat dit zo kan doorgaan zoals het vandaag gaat. De ellende die er vandaag wereldwijd is qua uitbuiting, oorlog, economie, ecologische rampen… Je kunt dat niet zo voortzetten. Ik geloof echt in de kracht van volkeren. Als je dat geloof opgeeft, word je gewoon cynisch. Cynische mensen zijn mensen die geen weg weten met hun frustraties. Ik begrijp hen, je wordt kwaad om wat je ziet en je voelt je machteloos. Je moet zelfvertrouwen hebben in jezelf en in de beweging. “

Hoe zou de perfecte dag er voor u uitzien?
“Ik beschouw geluk als momenten en niet als een permanent gevoel. Neem bijvoorbeeld die twee uur muziek maken; ik knipper met mijn ogen, en die twee uur zijn voorbij. Dat is gewoon geluk. De oude Grieken hadden twee verschillende goden voor tijd, Chronos en Kairos. Chronos is de god van de regelmaat en Kairos is de god van de flexibele tijd die verklaart dat wanneer je met je ogen knippert, er ineens twee dagen of twee weken voorbij zijn waarin je je echt zalig hebt gevoeld. Je leest een boek en ineens zijn er drie uur voorbij of je bent met vrienden thee aan het drinken en plotseling is er zoveel tijd voorbij. Dat is gewoon geluk. Bij onze laatste ontmoeting was mijn moeder aan het ratelen, en ik heb even niet geluisterd om gewoon te genieten van hoe ze praat en in het moment te zijn. Dat is toch zalig.”

U heeft twee zonen, zou u willen dat zij u opvolgen?
“Mijn oudste is 26 en hij is niet zo geëngageerd, maar hij heeft wel een hart van goud. Hij geeft gratis computerles aan vluchtelingen. Hij zegt dat politiek hem niet interesseert, maar dat vind ik helemaal niet zo erg. Hij zou veel geld in de haven kunnen verdienen. Ik zei: “Gast, waarom doe je dat niet?” Dan heeft mijn moeder tegen mij gezegd: “Die jongen is gelukkig, laat hem gewoon doen.” Ze had gelijk. Hij leeft met weinig geld, maar hij is super gelukkig door zijn computerkennis te delen met mensen zonder papieren en vluchtelingen. Eigenlijk heeft hij op zijn eigen manier een vorm van engagement.”