Vincent Kooyman: “We moeten ergens beginnen”

Terschelling wou in 2025 volledig plasticvrij zijn. Vijf jaar geleden sloegen bedrijven en burgers op het eiland de handen in elkaar en werd de werkgroep ‘Community Plasticvrije Wadden’ opgericht. Maar een bezoek aan het eiland maakt duidelijk dat deze ambitie niet gerealiseerd is. Plastic is nog steeds zichtbaar, zowel in de horeca als op het strand.
Tekst en foto’s Douwke De Tollenaere
Toch zijn de bewoners niet ontmoedigd en stellen ze nieuwe doelen en initiatieven op. Zo kan je in vakantiepark Tjermelan een plasticvrij ontbijt krijgen, kan je in winkels plastic fine line art kopen en maakt de Jutfabriek van aangespoeld plastic nieuwe spullen. Ondanks al deze inspanningen is het helemaal plasticvrij maken van Terschelling vooral een ‘marketingutopie’, zegt milieujutter Guus Schweigmann.
“Ik werk nu al zeventien jaar op het Noordzeestrand en toch zie ik geen afname in de hoeveelheid aan afval”, zegt Guus Schweigmann. Hij werkt bij de non-profit organisatie ‘De Milieujutter’ en ruimt afval op aan de stranden van Terschelling. Verwonderd is hij niet: “het was een onmogelijke doelstelling die leuk klinkt aan de overlegtafel”.

Hij legt uit dat de Waddenzee verbonden is met de Noordzee waardoor het een uniek gebied is van eb en vloed en er bij elk nieuw getij plastic bijkomt. Guus Schweigmann is niet alleen. Ook Vincent Kooyman, oprichter van de Jutfabriek, had niet verwacht dat het doel bereikt zou worden. “Per week spoelt er 200 tot 400 kilogram plastic aan dat niet afkomstig is van ons eiland, maar het ligt er wel. Dan kunnen we op Terschelling plasticvrij zijn, maar wat er vanuit de zee naar ons spoelt, daar kunnen wij gewoon niks aan doen.”
Kooyman is lid van de Community Plasticvrije Wadden. Hij beschrijft het als een overlegorgaan dat geen budget heeft. Volgend jaar komt hier wel verandering in. Er is een subsidieplan op poten gezet, Wad Gaat Om, met als doel de plasticvervuiling op de gehele Waddenzee tegen 2030 drastisch te verminderen. Via aangepaste regelgeving willen ze dit doel verwezenlijken. Zo wil de organisatie dat niet iedereen en alles nog zomaar op de eilanden kan. Kooyman vergelijkt het met de nationale parken in Amerika waar er specifieke wetten en regels gelden voor wie deze wil betreden. Zo willen ze voedingswaren verpakt in veel plastic ook tegenhouden.
Plastic als grondstof
Vincent Kooyman is zes jaar geleden gestart met de Jutfabriek. Een lokaal bedrijf dat plastic verwerkt tot nieuwe producten. Hij zit ook al sinds dag één mee aan de tafel van de Community Plasticvrije Wadden. “We hebben het altijd over opruimen en verminderen van plastic, maar ik stel mij de vraag wat we gaan doen met de plastics die er al zijn, want als je die weggooit, dan ben je bezig met het vernietigen van een grondstof.”
Het behalen van de doelstelling tegen 2025 was voor hem ook niet essentieel. “Plastic is al meer dan vijftig jaar deel van ons leven.” “Dat ruim je niet op in vier jaar”, zegt hij, “Maar we moeten ergens beginnen.” Vincent merkt wel een groeiend bewustzijn op bij de bewoners van het eiland sinds de start van het project. “Toen we net begonnen, zeiden mensen vaak dat daar al grote bedrijven voor bestaan.” “Nu komen diezelfde mensen langs met plastic afval om te vragen of we er nog iets mee kunnen doen.”
“Dat is erg fijn, maar het proces is arbeidsintensief.” Eerst sorteren ze alle plastic op soort, vervolgens smelten ze het tot een brei en persen ze het goedje in een mal of maken ze er een grote plaat van. Ten slotte koelen ze het af. Zo produceren ze onder andere kapstokken, zeepbakjes en lampen.
“Ik hoop dat we failliet gaan”
Vincent Kooyman (Jutfabriek)

Zes jaar geleden ontstond het idee van de Jutfabriek, gewoon aan de keukentafel. Vincent maakte van strandhout al lampjes die hij verkocht in een winkel in West-Terschelling. “Maar ik besefte dat er niet altijd ‘mooi gerief’ aanspoelt. Er liggen veel meer visnetten en kapotte stukken plastic op het strand.” Daarom ging hij via het internet op zoek naar manieren om producten te maken met die stukken plastic.
De Jutfabriek is ook bewust een kleinschalig bedrijf. “Alle grote recyclagebedrijven hebben het nu financieel erg moeilijk, want de steun die ze kregen van de overheid valt weg.”” Ook produceren China en Amerika momenteel erg goedkoop plastic: “Zo is het niet meer haalbaar om plastic te verwerken.”
De locatie van Terschelling speelt daarom een essentiële rol. “Wij hebben het eiland, de zee en het strand met veel toeristen die graag een souvenir willen met een verhaal.” Dat zorgt ervoor dat het bedrijf niet kopje onder gaat.
Vincent ziet een rooskleurige toekomst, zeker wat betreft het Wad gaat om- project. Dit project stelt de komende vier jaar 7,4 miljoen euro aan subsidies beschikbaar, waarvan een groot deel gegund wordt aan de Jutfabriek. Hierdoor kunnen ze grotere machines kopen en nog meer recycleren. Zijn grootste droom is dat de Jutfabriek op een dag overbodig wordt. “Ik hoop dat we failliet gaan omdat het plasticprobleem is opgelost,” zegt hij lachend.
Geen toeristenafval!
De stranden van Terschelling worden regelmatig opgeruimd door milieujutters. Je kan ook grote vuilbakken met vuilniszakken terugvinden, die je zelf kan gebruiken om eropuit te trekken om vuilnis te gaan rapen.
Er heerst dus al veel milieubewustzijn bij de bewoners en de toeristen. Dit weerspiegelt zich ook in de afkomst van het afval. Volgens Guus Schweigmann is 50 procent van het afval op de Noordzee gerelateerd aan visserij en 40 procent aan Noordzeeindustrie. Ook iets verder in de Oceaan is, volgens Boyan Slat, de bestuursvoorzitter van het project ‘Ocean Cleanup’, het afval voor meer dan de helft afkomstig uit de visserij.
Dit maakt duidelijk dat afval op zee een internationale bezorgdheid is. Volgens Guus Schweigmann is plastic het asbest van de jaren 2000. “Asbest was vijftig jaar geleden een industrieproduct met alleen voordelen. Nu moeten er speciale opgeleide mannetjes in astronautenpakken aan te pas komen als er in je huis asbest wordt gevonden.”

Meer verhalen