Na een coronaonderbreking van een half jaar kunnen de voorstellingen weer van start gaan in Théâtre National. Choreograaf Serge Aimé Coulibaly en de danscompanie ‘Faso Danse Théâtre’ confronteren het publiek met gevoelige thema’s zoals nationalisme, massamanipulatie, uitsluiting en geweld aan de hand van indrukwekkende, moderne dans.
door Joram Deconinck
Coulibaly drukt ons met de neus op de feiten: we leven in een individualistische wereld waar solidariteit soms een vergeten begrip lijkt te zijn. Hij roept met zijn voorstelling Wakatt op tot verzet en openheid in tijden waar muren tussen volkeren worden opgetrokken.
As op de vloer, een geprojecteerde zonsondergang, belichting die voor een warme sfeer zorgt en diverse, kleurrijke kostuums, meer heeft deze voorstelling niet nodig. Krachtige bewegingen en expressieve mimiek van de tien dansers vormen de hoofdingrediënten van deze voorstelling. De dansers vertalen complexe thema’s, begeleid door luisterrijke, instrumentale Jazzmuziek van Magic Malik. De persoonlijke choreografie van elke danser confronteert ons met ons eigen individualisme. De aparte bewegingen en gekrijs om aandacht, geven de wanhoop weer: “kijk naar mij, dit ben ik”, maar het is onmogelijk om elk individu aandacht te schenken wanneer er in je omgeving constante chaos is.

Coulibaly gunt het publiek ook wat rust tussen de chaos en absurditeit. Af en toe wordt er in groep gedanst zodat het publiek zijn focus kan herstellen. Dat doen we ook in de maatschappij: wanneer er te veel problemen zijn, kunnen we niet anders dan samenkomen om de orde te herstellen. Maar wanneer de orde is hersteld, komt de chaos de rust weer verstoren. De makers positioneren de mens als een kwetsbaar wezen en dat is duidelijk te merken. Ze presenteren dynamisch de strijd tussen ‘de ander nodig hebben’ en ‘de ander niet willen toelaten’. Wanneer de dansers samenkomen, duwen ze de ander van zich af. Dan staan ze er weer alleen voor, en verliezen ze zichzelf in hun hulpeloosheid.
Tussendoor knipoogt Coulibaly naar het patrimonium van de machtsbeluste kolonisatorkoning Leopold II. Een zwarte vrouw eist een gouden berg op, die in het midden van het podium staat. Wanneer de anderen dit zien, wil iedereen de gouden berg voor zich. Na een nutteloze strijd snakken de dansers naar adem. De vermoeidheid is duidelijk zichtbaar. Tegelijk voel je hun brandend verlangen om woede en frustratie uit hun lijf te dansen.
Ondanks de zware thematiek, heeft de voorstelling een frivole kant: Coulibaly eindigt wel degelijk op een positieve noot. De dansers sluiten de voorstelling af met een prachtig, harmonieus stuk. Daarmee tonen ze aan dat ze samen sterker staan en met behulp van de ander de beste versie van zichzelf naar boven kunnen halen.
De sterkte van Wakatt is dat de dansers hun emoties en energie overdragen aan het publiek. Dit is een voorstelling die je laat reflecteren over jezelf en hoe we maatschappelijk met elkaar omgaan. Onderschat de kracht van dans niet: Coulibaly bewijst dat het een universele taal is die er ook in slaagt gevoelige thema’s aan bod te brengen. Het daverend applaus van het enthousiaste publiek toont aan dat dit spektakel een echte aanrader is.
Meer over informatie over Faso Dance Théàtre, vind je hier.
Meer verhalen
“Vroeger was het dorp vol leven, nu is het hier leeg”: de demografische uitdagingen van Bulgarije
‘Voil Jeannetten’ palmen Aalsterse straten in
Internationale Vrouwendag: vrouwen nog steeds onvoldoende gerepresenteerd in de IT-wereld