Let’s set the scene. Het is 28 september 2023. Ik zit in de grijze stoel van de KVS in Brussel de minuten te tellen tot de voorstelling begint. De dansgroep, Voetvolk, onder leiding van choreografe Lisbeth Gruwez en componist Maarten Van Cauwenberghe, is nog niet aanwezig, Voetvolk doet immers voordat de voorstelling begint een wandeling van minstens 10 kilometer met alle leden van het publiek die daar zin in hebben.
Tekst: Liese Aerts Foto’s: Voetvolk/Danny Willems
Lisbeth Gruwez deelt mee – wanneer Voetvolk en het gevolg een halfuur te laat binnendruppelen – dat hun wandeling dertien kilometer lang was, en dat je dan af en toe de tijd uit het oog verliest. Voor het enthousiaste publiek lijkt dit helemaal geen probleem. Alle wandelaars verlaten het podium en nemen plaats in de zaal. Acht dansers blijven staan, klaar om te beginnen aan hun 23ste – en tevens laatste – voorstelling van de tour.
Environmental techno
De dans komt plots op gang, begeleid door de soundscape van Van Cauwenberghe. Hij beschrijft het zelf als environmental techno en je kan het met de beste zin van de wereld geen muziek noemen, maar wel een organische samensmelting van natuurgeluiden die de dansers langzaam maar gestaag op gang trekt. Het doet bijna denken aan uit je tent kruipen om vijf uur ‘s ochtends, wanneer de rest van de wereld nog diep slaapt, terwijl de natuur al rustig wakker wordt. De muziek staat luid, ze is doordringend, mysterieus en bijna eng.
Moeite met metaforen
Enkele momenten in de voorstelling zijn adembenemend. Wanneer de dansers samenkomen vooraan op het podium om gigantische bewegingen te maken, lijken ze bijna te fungeren als één organisme, onlosmakelijk verbonden met elkaar. Ze zijn ook duidelijk stuk voor stuk allemaal technische talenten. Ze variëren moeiteloos tussen strakke bewegingen die kort en zo krachtig zijn dat ze bijna overkomen als stuiptrekkingen, en moves die zo glad zijn dat ze bijna vloeibaar ogen.
Ondanks dat de dans af en toe bijna elektrisch aanvoelt, is het geheel toch niet samenhangend genoeg om ervan te genieten. Het voelt af en toe aan alsof de choreografe de vijf à zes indrukwekkende momenten op voorhand ingepland had en naderhand pas besefte dat ze de resterende 45 minuten ook moest vullen met dans. Het natuurmotief dat Gruwez probeert over te brengen is wazig. Aan de ene kant is het vermakelijk om je eigen invulling te kunnen geven aan de voorstelling, maar aan de andere kant komt het knagende gevoel bovendrijven dat Gruwez misschien simpelweg moeite heeft om haar metaforen op één lijn te houden.
Als je echt een moderne dansfanaat bent, dan is deze voorstelling iets voor jou. Ben je simpelweg een liefhebber van natuur die een kunstzinnige interpretatie wilt zien, dan staan er genoeg David Attenborough-documentaires op Netflix die je beter zullen bevallen.
Meer verhalen
L’Amour ouf: over de grenzen van de liefde (recensie)
Reizen tijdens Erasmus: “Helsinki voelt als thuiskomen”
Arnaud De Decker: “Je moet echt wel geschift zijn om deze job te doen, tenzij je niet aan de gevaren denkt.”