11 december 2024

Klimaatactiviste Zanna Vanrenterghem: “Mijn pad is er één waarbij deuren toevallig openvallen”

Overtuigend, opvallend positief en zeker van haar stuk. Zo kwam Zanna Vanrenterghem in het nieuws na de klimaatmars eind oktober. De woordvoerder van de Klimaatcoalitie, een vzw die verschillende klimaatbewegingen vertegenwoordigt, was blij met de massale opkomst. Ze werkt ook bij Greenpeace, als projectleider rond acties tegen de fossiele industrie. “Vroeger was activisme mijn hobby, nu is het mijn werk.” Een portret.
door Catho de Rouck

Een drukke straat in Schaarbeek, met het grote Greenpeacekantoor verscholen achter een zware deur. Ik ben wat te vroeg, maar dat geeft me de gelegenheid om in alle rust te genieten van dit mooie herenhuis. Zanna, die eigenlijk nog een vergadering had maar vroeger wegglipte voor onze afspraak, leidt me met plezier even rond. “Sommige delen van dit gebouw zijn beschermd erfgoed, dus één keer per jaar is er een bezoekdag”, zegt ze. “Je zou moeten komen, om de gezichten van de mensen te zien als ze merken dat we die mooie schouwen hebben volgehangen met activistische posters.”

Wanneer werd bij u het zaadje van klimaatactivist geplant?
Zanna Vanrenterghem: Ik voelde al lang dat er heel veel onrechtvaardigheid was, maar ik vond niet de juiste plek om daar iets aan te doen. Wat ik wel wist, was dat humanitaire hulp mij te veel zou raken. Ik ben te sensitief om rechtstreeks met leed en schrijnende omstandigheden in contact te komen. Directe confrontaties met kinderen die honger lijden, zouden mij breken. Toen ik als student An Inconvenient Truth van Al Gore zag, is de wereld voor mij opengegaan. Toch heeft het nog enkele jaren geduurd voordat ik mij dagelijks met het klimaat ben gaan bezighouden.

U heeft rechten gestudeerd, was dat met de bedoeling om een job als uw huidige te doen?
Als ze mij toen gezegd hadden dat een job als deze bestond, ja. Toen ik jong was, keek ik op naar advocaten, maar tijdens mijn studie voelde ik dat burgerlijk recht en strafrecht mij écht niet interesseerden. Toen dacht ik even: “Wat moet ik nu doen?” Ik wilde mijn studie wel afmaken, maar absoluut geen advocaat worden. Gelukkig kon ik vakken kiezen zoals biodiversiteitsrecht, mij focussen op topics waarvan ik voelde dat ze mij beter lagen.
Op mijn cv stond ‘rechten’, maar ik had geen voeling met die wereld. Door daarna stage te lopen bij de Verenigde Naties en in verschillende landen te komen, ontdekte ik letterlijk een nieuwe wereld. Ik solliciteerde als groentje en op goed geluk bij een grote Europese ngo en begon daar dan te werken, in een branche waarvan ik niets wist. Door als vrijwilliger bij de burgerbeweging ClimateExpress mee te werken aan de klimaatmars van 2018, kwam ik in contact met Greenpeace. Mijn pad is er echt één waarbij deuren openvallen, iets later een andere opengaat en er altijd nieuwe kansen komen. Ik doe maar wat en ik zie wel waar ik terechtkom.

Had u als kind een droomjob?
Niet echt, al voelde ik wel dat ik het goed kon uitleggen. In de lagere school was ik klasvertegenwoordiger en zetelde ik in het kinderparlement. Ik zocht van jongs af de ruimtes op waar ik mijn mening leerde vormen en kon debatteren.
Enkele jaren later, in het jeugdparlement, heb ik hard gevochten voor de regels rond draagmoederschap in België. Het feit dat je als vrouw een kind draagt voor iemand anders, is niet bij wet geregeld. Als je als draagmoeder bevalt, bent je altijd de juridische ouder, hoewel je dat helemaal niet wil. Ik voelde dat de realiteit niet strookte met de wetgeving en daar had ik het moeilijk mee. Als er iets niet juist is in het systeem, dan wil ik daar iets aan doen. Dat kan gaan van draagmoederschap tot meedoen aan de schrijfmarathon van Amnesty International.

“Soms worstel ik met de verschillende petjes die ik moet opzetten”

Heeft u het gevoel dat uw rol als woordvoerder een invloed heeft op uw persoonlijke keuzes?
Ik denk dat het andersom is. Vanuit mijn eigen engagement heb ik keuzes gemaakt, waaronder vegetarisch eten en niet meer vliegen. Dat zijn individuele beslissingen, waar ik heel hard achtersta. Die dingen deed ik al voordat ik woordvoerder werd, dus ik voel niet dat mijn keuzes beïnvloed worden omdat ik nu een publieke figuur ben.
Soms worstel ik wel met de verschillende petjes die ik moet opzetten. Ik ben een activist, in hart en nieren. De Klimaatcoalitie wil het beleid beïnvloeden door dialoog, constructieve gesprekken en lobbywerk. Als woordvoerder vertegenwoordig ik die mening, maar in mijn persoonlijk leven ga ik liever voor burgerlijke ongehoorzaamheidsacties. Mensen op straat brengen en infrastructuur blokkeren, om op een andere manier duidelijk te maken dat er dringend iets moet veranderen. Soms voel ik dat ik goed moet nadenken over wat ik zeg en welke papieren ik onderteken, want mijn naam wordt altijd gelinkt aan de Klimaatcoalitie.

Wat vindt u dan, als activist, van de huidige acties waarbij soep over schilderijen gegooid wordt?
Ik ben gaan protesteren tegen het aanhoudingsbevel van die activisten in Nederland. Ik steun radicale actie, al wordt dat niet door iedereen warm onthaald. Premier De Croo, bijvoorbeeld, kreeg op de klimaattop in Egypte vijf minuten om de wereld toe te spreken. Die gebruikte hij om de activisten te beschimpen, door te zeggen dat we er niet zullen komen als we met verf en soep gooien. Ik word daar kwaad van, hij had zijn spreektijd veel beter kunnen gebruiken. Ik vond zijn speech ‘5 minuten, 0 inhoud’. In zijn plaats, had ik het positiever aangepakt. Gezegd dat er in België duizenden mensen op straat komen om te pleiten voor meer klimaatactie. Dat we als rijk land nog harder kunnen werken aan een duurzamer beleid. Hij moet niet liegen, ik weet dat België het niet goed doet, maar die speech was het perfecte moment om te tonen dat we mee het voortouw willen nemen.

Wat zijn uw ambities voor de nabije toekomst?
‘Wat zie je jezelf over vijf jaar doen’, vind ik altijd een interessante vraag, want ik heb helemaal geen gedefinieerd antwoord in mijn hoofd. Ik voel wel dat mijn verhaal in mijn huidige job nog niet is uitverteld. Samen met iedereen binnen de klimaatbeweging, de radicale activisten die duidelijk maken waar het om gaat en jongeren die het nieuwe debat opzoeken met politici, kunnen we nog heel veel veranderen. Er is nog zoveel te doen dat het voor mij een beetje een speeltuin is, maar wel met een serieus doel; ervoor zorgen dat de klimaatcrisis niet verder ontspoort. Mijn ambitie is dus gewoon om nog bij te leren en meer te ontdekken.
Misschien wil ik binnen een paar jaar nog terug in het buitenland gaan werken. Tijdens mijn stage woonde ik in Wenen, daarna nog even in Nairobi. Wie weet laat ik nog eens alles achter om ergens anders nieuwe skills op te doen.

“Wie weet ga ik op een dag in de politiek.
Keihard druk zetten en er volledig voor gaan”

Greta Thunberg, ook klimaatactiviste, zei: “Hoop is niet iets wat je krijgt, maar waarvoor je moet werken.” Wat is iets waar u écht nog voor wil gaan?
Ik denk dat we nog best veel werk hebben in dit land om mensen mee op de kar van het ambitieuze klimaatbeleid te krijgen. We moeten ze overtuigen dat klimaat en comfort hand in hand kunnen gaan. Ik wil ervoor zorgen dat ook de mensen die weinig hebben, meer kunnen krijgen.
We leven ook in een land waarin de politici slabakken. Een supergeëngageerde klimaatregering waarin iedereen dezelfde doelen heeft en nastreeft, daar zou ik wel aan willen meewerken. Ik heb op dit moment geen affiniteit met een specifieke politieke ideologie, maar ik kan mij wel inbeelden dat er een dag komt waarop ik zeg: “Misschien kan ik daar doen wat ik nu bij Greenpeace doe. Keihard druk zetten en er volledig voor gaan.”