15 februari 2025

Erasmix

(site momenteel in opbouw)

Opgroeien op de Westelijke Jordaanoever: kind tussen prikkeldraad en wachttorens

Na elf dagen bombardementen en minstens 243 doden, onder wie 62 kinderen, staken Israël en het Palestijnse Hamas eind mei het vuren. Een moeizame heropbouw kan opnieuw beginnen. Het is een bekend scenario in heel Palestina, en daarvoor hoef je geen veteraan te zijn. Ook in de rest van het land woedt een constant conflict. Hoe kan je jong zijn in zo’n situatie? Van een onbezorgde jeugd is alvast geen sprake. Erasmix praatte met Jessika, Hazar en Hamoude.
door Sam Coremans

De Belgische Jessika Devlieghere leeft sinds 2018 in Kessel-Lo. Daarvoor woonde ze 13 jaar in Ramallah, op 15 km van Jeruzalem. Samen met haar man, een Palestijn, bouwde ze een circusschool waar kinderen zich kunnen uitleven. Tegelijkertijd kregen ze ook discipline en waarden mee. In 2018 is ze met haar man en zoon weer verhuisd naar België, maar ze blijft nauw verbonden met het circus en de Palestijnse jeugd. Zo snel als het kan keert ze weer terug naar Palestina en vandaag steunt het circus nog vanuit haar vzw.
Hamoude (22) en Hazar (24) zijn broer en zus die al heel hun leven wonen in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever. Hoewel het in de West Bank er niet zo hevig aan toe gaat als in Gaza, leven ze ook in een constant conflict. Hazar studeert momenteel af in European Studies en Hamoude is een sound engineer. Als kind zaten ze beide in de circusschool van Jessika. De broer en zus hebben gestudeerd in Europa maar keren altijd terug naar hun thuisland.

Jessika Devlieghere

Op welk vlak heeft dit conflict invloed op het dagelijkse leven van Palestijnse jongeren?
Jessika: Eigenlijk op elk vlak. Het sijpelt overal binnen in het dagelijkse leven en veroorzaakt enorme trauma’s bij kinderen en jongeren. Om te beginnen is er voor hen geen enkele regelmaat. Als je daar naar school gaat, weet je nooit hoelang die open kan blijven. Na een maand kan plots alles op slot gaan door een week van nationale rouw, nadat er weer mensen zijn gestorven in een confrontatie met Israël. Bij een intense aanval, zoals nu in Gaza, worden de scholen plots overspoeld met vluchtelingen. Tijdens deze aanval zijn 45.000 mensen hun huizen moeten ontvluchten. Ofwel ligt hun thuis al tegen de grond, ofwel zijn ze te bang om te blijven door de bommen. Bunkers of bomb shelters bestaan niet, de enige veilige plekken zijn de scholen beschermd door de Verenigde Naties.
Hamoude: In Ramallah bestaat normaal leven eigenlijk nooit. In een normaal leven kan je gewoon naar huis of naar vrienden wandelen zonder te vrezen voor je leven. Van de ene stad naar de andere stad reizen, zonder dat je bedreigd wordt op vijf verschillende checkpoints. Maar dat is de realiteit voor een Palestijn. Als ik droom over de toekomst, kan ik niet om de bezetting heen. Je kan een goed leven leiden, maar het zal binnen de lijntjes zijn.

Zijn kinderen ook rechtstreeks slachtoffer van die gevechten?
Jessika:
Jammer genoeg wel. Het is belangrijk om te begrijpen dat er een aanhoudend gevoel van onrecht en frustratie heerst bij Palestijnen. Ondanks wat de mensen denken is er geen constante oorlogssituatie aan de gang. Er is wel altijd een onrechtsituatie. Bij het minste conflict kookt die woede over, zeker bij jongeren. Ze willen hun frustraties uiten en protesteren massaal aan de checkpoints. Dat zijn zwaarbewapende controleposten om Israëlitische nederzettingen te beschermen. Daar gebeurt het vaak dat protestanten met stenen gooien en dan reageren de be-wakers met kogels. Dikwijls staan er ook kinderen in die menigte.

Hazar en Hamoude.

Hazar: Mijn broer praat er niet graag over, maar toen hij veertien jaar oud was, is hij neergeschoten. De kogel heeft zijn long doorboord op één millimeter van zijn hart. Een beveiligingscamera heeft toevallig alles gefilmd. Hij liep op dat moment gewoon langs een Israëlische gevangenis. Twee andere kinderen zijn die dag ook neergeschoten, maar mijn broer was de enige die het overleefde. Stel je de impact van die dag voor op ons gezin. En dat is maar één verhaal: iemands vader moet naar de gevangenis, soldaten vallen een moeder lastig aan een controlepost, mijn broer wordt neergeschoten… Dat zijn allemaal beelden die kinderen moeten meedragen, zonder enige psychologische begeleiding. Natuurlijk groei je dan sneller op.

Voel je die constante kwaadheid bij de jongeren?
Jessika:
Aan de ene kant zie je overal frustratie en woede, zelfs in de kleinste dingen. Chauffeurs rijden plots heel roekeloos, met gierende banden. Je voelt de adrenaline in die samenleving bij elke opflakkering van geweld waanzinnig toenemen. Maar aan de andere kant voel je ook een soort gelaten- en gevoelloosheid. Toen ik in Ramallah woonde, was ik regelmatig aangedaan van al dat geweld. Dat voelen Palestijnen niet meer. Wanneer je al zoveel hebt gezien, kweek je een olifantenhuid.
Hamoude: Ik ontmoette een Brusselaar die me zei: ‘Jullie Palestijnen praten over politiek en niets anders in het leven.’ Ergens heeft hij gelijk, maar dat is nu eenmaal waar we altijd mee bezig zijn. We zijn bezet geboren.

Kan een kind nog kind zijn in die situatie?
Hazar:
Ik denk vaak na over mijn familie, inwoners van een vluchtelingenkamp. Ze groeien op in de schaduw van wachttorens en de geur van traangas hangt permanent in hun huizen. Veel kinderen in die omgeving hebben als eerste woordje jaysh. Dat betekent leger in het Arabisch. Dat is alles wat ze kennen. Maar tegelijk hebben ze ook een normaal leven: in het kamp zijn een speeltuin en voetbalveldjes. Kinderen kunnen zich daar ook amuseren. Toch draag je alle trauma’s mee. In hun eigen omgeving sterven ook kinderen door bombardementen. Elk Palestijns kind weet: dit had ik kunnen zijn.
Jessika: Kind zijn in Palestina is heel dubbel. Het land is veel meer dan de oorlog die erin woedt. Ik heb in Zuid-Amerika gewoond, ik ben in Afrika geweest, maar de gastvrijheid in Palestina is onovertroffen. Je hoeft maar één keer te praten met iemand uit een grote familie en een dag later mag je een feestmaaltijd gaan nuttigen. Gezinnen vertroetelen kinderen enorm, ze spelen met iedereen op straat en krijgen bakken aandacht. Op dat vlak is er veel warmte en liefde. Maar er is ook veel armoede en geweld waardoor kinderen gedwongen zijn om snel op te groeien.

“Bij ons is het normaal om je bachelor pas na tien jaar te behalen. Niet omdat we lui zijn, maar je moet al geluk hebben
om als student nooit gearresteerd te worden.”

Hamoude

Is onderwijs toegankelijk in de Palestijnse gebieden?
Jessika:
Onderwijs is iets belangrijks in de Palestijnse samenleving. Daarnaast is het heel toegankelijk. Bijna elk kind gaat naar scholen gefinancierd door de staat. Er zijn zelfs best veel jongeren die daar naar de universiteit gaan. In de oudere jaren zijn er wel veel scholieren die stoppen met school, ook omdat de armoede toeneemt door het conflict. Palestijnse ouders proberen hun kinderen zo lang mogelijk op school te houden, maar vaak kan het gewoon niet anders.
Hamoude: Bij ons is het normaal om je bachelor pas na tien jaar te behalen. Dat is niet omdat wij lui zijn, maar je moet al geluk hebben om in je tijd als student nooit gearresteerd te worden. Israëlische soldaten vallen constant universiteiten binnen om je mensen te arresteren. Het is mij overkomen toen ik op de universiteit zat. Veel studenten zitten meer dan drie jaar vast.

Het leven in de West Bank is duidelijk niet makkelijk. Denk je er ooit aan om te vertrekken?
Hamoude:
Veel Palestijnen dromen ervan om te vertrekken en een nieuw leven op te bouwen ergens anders. Dat zou ik nooit kunnen. Tuurlijk wil ik reizen en levenservaring opdoen in het buitenland. Maar ik wil gewoon sterven, nee, ik wil leven in Palestina. Ik heb hier plezier, zelfs met alles wat er gaande is.
Hazar: Ik worstel momenteel met die vraag. Jarenlang dacht ik nee, ik wil gewoon graag ervaring opdoen in het buitenland en daarna terugkomen. Ik heb negen maanden in Ierland gewoond, en hoewel ik daar een geweldige tijd heb gehad, wou ik constant terugkeren. Ik voelde me schuldig als er thuis iets gebeurde en ik er niet was om de mensen waar ik om geef te steunen. Ironisch genoeg wou ik weer vertrekken toen ik terug in Ramallah was. Ergens denk ik wel dat ik het verdien om een beter leven te leiden dan dit. Maar tegelijkertijd is er zoveel dat ik niet kan achterlaten. Dat zal me altijd terugbrengen naar mijn thuisland.