Ook bij Erasmusstudenten, die een semester gaan studeren in een andere Europese stad, kan de boog niet altijd gespannen staan. Valerie Vanhove verblijft al een tijdje in de Noorse stad Volda. Natuurlijk zijn haar studies belangrijk, maar er is geregeld ook tijd om te ontspannen. Om te gaan surfen, bijvoorbeeld.
door Valerie Vanhove
Ik had bijna geen oog dichtgedaan, toen mijn wekker afging om 5:30 u. Moe, maar met bakken adrenaline kroop ik mijn bed uit en meteen mijn warme kleren in. Nog geen half uur later waren we on the road richting Hoddevik, een dorpje bekend voor zijn prachtige strand tussen de bergen.
Het zou zo’n tweeënhalf uur duren om Hoddevik te bereiken. Genoeg tijd om mijn ogen nog even te sluiten, dacht ik, maar de prachtige omgeving gunde me geen moment van rust. De maan reflecteerde in de fjorden. Er flikkerden dorpjes in elk dal. En aan het einde van iedere tunnel werden we verrast door een nieuwe scène, telkens iets meer belicht door de opkomende zon. Zo kwamen ook de besneeuwde bergtoppen aan het licht. Het deed me even terugdenken aan een telefoontje met ons mama van enkele dagen terug. ‘Nu gaan surfen?! Valerie, het is winter!’ zei ze. Toen lachte ik, later niet meer. De schrik overviel mij even en drong door tot op het bot. Geen enkel laagje thermisch ondergoed kon nog bescherming bieden.
Ik besloot mijn ogen dan toch eventjes te sluiten, voor de moed me écht in de schoenen zakte. Mijn rust was echter van korte duur want nog geen vijf minuten later, vlogen we volop in de remmen. Daar stonden we dan, oog in oog met een ree. Welkom in Noorwegen!
Na nog tientallen haarspeldbochtjes, lag Hoddevik aan onze voeten. De huisjes kun je er op één hand tellen, maar daar kwamen we niet voor. Het strand was onze gastheer van die dag. De zon straalde net over de bergkam heen en schitterde in de zee. Dit weer was jammer genoeg van korte duur en toen de eerste groep het water in trok, viel ook de eerste druppel uit de lucht. Als trouwe voetbalmama’s supporterden we aan de zijlijn, tot de regen ons dwong te gaan schuilen.
We zochten onderdak in de Surf Shop. We hadden niet veel tijd om de koude volledig van ons af te schudden, want het moment was gekomen om onszelf in die vochtige wetsuits te wringen. Wat doen we onszelf toch aan, lachten we groen. Na een korte briefing en opwarming, stapten we nerveus de zee in. Wacht. Hoezo is het warm in dit herfstige zeewater? De schrik en koude losten op en het plezier sijpelde binnen. We sprongen op onze surfplanken en vielen er daarna weer af. We peddelden tot we erbij neervielen. Na een uurtje kon ik me amper nog rechtop duwen, wanneer ik er toch in slaagde een golf te vangen. De zee putte me uit, maar gaf me nog meer voldoening. De instructors staken uiteindelijk hun vuisten de lucht in. Tijd om uit het water te komen. Moe maar gelukkig, keerden we huiswaarts. Italiaanse, Franse en Duitse muziek vergezelden ons. Ja, dat heb je met die internationale studenten.
Meer verhalen
De evolutie van de journalistiek door de ogen van Peter Vandermeersch
Reizen tijdens Erasmus: “Helsinki voelt als thuiskomen”
Arnaud De Decker: “Je moet echt wel geschift zijn om deze job te doen, tenzij je niet aan de gevaren denkt.”