7 november 2024

Een tiental mensen staat geduldig aan te schuiven aan een wafelkraam om er niet veel later ingeluisd te worden. Dit is het lot van vele citytrippers in Brussel.
door Preben De Pauw

Je baant je een weg door een doolhof van toeristen en loopt langs veel te dure souvenirwinkels. De geur van wafels, chocolade en frieten dringt naar binnen en laat je maag rommelen. Je denkt dat je Brussel kent, maar je doolt in een troep onwetendheid.

Een zwerm kakelende scholieren in fluorescerende hesjes wandelt me bijna omver. Eentje slentert enkele meters achterop, starend naar een prachtig muurfresco. De lerares verstoort zijn moment van verwondering: “Sluit eens aan, we moeten nog naar Manneke Pis.” Je probeert Brussel te leren kennen, maar je raakt steeds verzeild in toeristenpropaganda en een reeks clichés. Je laat het gebeuren want je bent er gewend aan geraakt.

De straten in de centrumwijk kleuren ‘zwart-geel-rood’ en huizen zijn bedekt met een laagje bladgoud. Maar ware Brusselse schoonheid vind je niet op en rond de Grote Markt, die vind je in de verhalen die fluisteren tussen de stenen. Wie Brussel wil kennen, reist als ontdekkingsreiziger, niet als toerist, en slaat die ene donkere straat in waar de geur van pis en maaginhoud je de adem ontnemen.

De schaduw van selfiesticks en smartphones laat de Brusselse schoonheid in duisternis. Vaak hoef je deze niet ver te zoeken. Maar het kan jou niets schelen. Je wandelt verder met jouw neus tegen je scherm gedrukt want je hebt nu toch die ene perfecte instagrampost gescoord.